Biografie
RIE de BALBIAN VERSTER-BOLDERHEIJ.
Amsterdam, 25 februari 1890; Weesp, 12 maart 1990
Rie
kreeg als 20-jarige les van Wenckebach en Israels en werd geïnspireerd
door Breitner. Met Wenckebach werkte en exposeerde zij 10 jaar
lang tot 1920.
In de loop van haar leven ontwikkelde
zij een eigen stijl. Haar portretten schilderde zij bij voorkeur
buiten om het mooiere licht en de natuurlijke omgeving. Ze zijn
prachtig van kleur en compositie. Zij had het talent de persoonlijkheid
van mensen te laten zien.
Al vroeg kreeg zij opdrachten
om bekende personen te schilderen, zoals de actrice Sara Heyblom
voor de portrettengalerij van de stadsschouwburg in Amsterdam.
Ook werd zij gevraagd voor kinderportretten.
Haar liefde
voor bloemen en kleur kon zij kwijt in schilderijen met steeds
andere composities van favoriete bloemen.
In het atelier
in het bos schilderde zij haar geliefde digitalis, rhododendron
en lupine.
In de periode dat zij in Japan verbleef in
1950 maakte zij vele gouaches.
De oosterse kunst vond
zij fascinerend en dat zag je terug in haar schilderijen van
beelden en danseressen.
Kinderjaren
Rie Bolderheij werd geboren op 25 februari 1890 in Amsterdam. Zij
was de jongste dochter uit het gezin. Met haar broers Dirk en Fok
en de zusjes Bets en Cor had ze een hechte band en dat bleef hun
hele leven. Haar enthousiasme om nieuwe plaatsen te ontdekken was
al vroeg zichtbaar. Haar grootouders Bolderheij woonden in 's-Graveland
en hadden daar een grote wasserij en blekerij. Ze vond het heerlijk
als ze per trekschuit (ze was toen een jaar of 7) daar naar toe mocht.
Ze genoot van de vrijheid en het andere leven daar.
Bekend is dat
ze een voorliefde voor het theater en het circus had en kon genieten
van feestjes later organiseerde ze deze zelf.
Als kind tekende Rie
al portretten wat toen -in de handelsfamilie- nauwelijks werd gewaardeerd.
Opleiding en werk
Haar wens om een beroepsopleiding te volgen werd door haar ouders
serieus genomen. Rie groeide op in Amsterdam in een tijd dat het
nog niet gewoon was dat meisjes een beroepsopleiding volgden. Met
speciale toestemming en aangepaste schooltijden, om de jongens te
ontlopen, begon zij aan de avond-meubelvakschool. Twee jaar later
ging ze naar de Dagteeken- en de Kunstambachtschool voor Meisjes,
gevestigd op de zolder van het gebouw van "De Werkende Stand" op de
Kloveniersburgwal in Amsterdam.
Na haar opleiding ging zij bij Onder
den Sint Maarten op het Rokin
werken. Zij adviseerde klanten over hun inrichting. Ook ontwierp
zij meubels die daar dan in opdracht gemaakt konden worden. Zo leerde
zij haar latere echtgenoot Jan de Balbian Verster kennen die iets
voor het huis van zijn zuster zocht.
Huwelijk met J.F.L. de Balbian Verster en kinderen
Jan de Balbian Verster was journalist bij het Nieuws van de Dag
in Amsterdam en een bekend historicus. Hij was familie van de bekende
schilder Floris Verster. Rie en hij deelden hun liefde voor mooie
dingen, antiek, historie en kunst. Op 17 april 1910, Rie was toen
19 en Jan 48 jaar trouwden zij in de kerk en het gemeentehuis van
Oisterwijk. Als huwelijkscadeau kreeg Rie van haar man een atelier
aan de Prinsengracht. Vanaf het begin heeft hij haar gestimuleerd
om zich te ontwikkelen in het schilderen. Via hem leerde zij de schilders
L.W.R. Wenckebach, Breitner, Witsen en Israels kennen die met haar
man bevriend waren. In zijn vrijgezellentijd kwamen zij in de Warmoesstraat
58, waar hij toen woonde, onder andere om het uitzicht uit het raam
van zijn studeerkamer op het Damrak te tekenen en te schilderen.
Rie werd leerlinge bij Wenckebach en Israels. Onder leiding van
Wenckebach schilderde zij portretten en stillevens. Soms schilderde
hij de achtergrond, hij was een beroemd landschapsschilder. Ze waren
eensgezind in hun visie portretten in een natuurlijke omgeving te
plaatsen. Een van die buitenlocaties was het landgoed Frankendael
aan de Middenweg in Amsterdam. Op 26 juni 1939 overleed Jan de Balbian
Verster, 77 jaar oud te Amsterdam.
Tussen 1910 en 1917 werden drie
dochters geboren Nan Kitty en Flor. Met veel liefde heeft ze haar
kinderen talloze keren geschilderd en later haar klein- en achterkleinkinderen.
Deze portetten zijn een kostbare erfenis, in het bijzonder voor de
familie.
De tentoonstelling "de vrouw en haar huis in 1913"
Rie was 23 jaar toen \iIn 1913 in Amsterdam de tentoonstelling "De
Vrouw 1813-1913" werd gehouden.
Vijf maanden lang werd een overzicht gegeven van de veranderde positie
van de vrouw in de 100 jaar na de franse overheersing. Op 2 mei 1913
opende dr. Mia Boissevain de tentoonstelling, die een beeld gaf wat
er op gebied van onder meer onderwijs kleding kiesrecht en in het
huishouden veranderd was. Om dit goed inzichtelijk te maken, kozen
de organiserende vrouwen voor het inrichten van een huis, zoals dat
100 jaar eerder gebeurde bij welgestelden.
Als lid van de historische afdeling trad mevrouw R. de Balbian Verster - Bolderheij
op als binnenhuisarchitecte van de commissie voor de huisinrichting
om het statige herenhuis (Buitenplaats Meerhuizen aan de Amstel)
weer in de oorspronkelijke staat van 1813 terug te brengen. Later
nam ze ook plaats in de kostuumcommissie, die de aankleding verzorgde
van de wassen beelden, die gemaakt waren om het huis te voorzien
van een ideaal gezin. Het opnieuw ingerichte huis werd tijdens de
tentoonstelling door de toenmalige koningin Wilhelmina bezocht. De
ontvangende dames waaronder Rie droegen kleding uit begin 1800. Haar
kleine dochtertje Anneke mocht een pop voor prinsesje Juliana geven
en kreeg een tekening en droogbloemen als dank.
Schildercarrière en exposities in Amsterdam en Laren N-H
Rie besloot zich toe te leggen op het schilderen omdat ze haar aandacht
niet te veel wilde verdelen. In 1915 exposeerde ze voor het eerst
in het Stedelijk Museum te Amsterdam. Er volgden nog vele. De tentoonstelling
bij kunsthandel Fetter aan de Weteringschans 79 in februari 1931
trok bijzonder veel aandacht evenals de tentoonstelling van portretten
en stillevens bij kunsthandel Huinck & Scherjon Heerengracht
469 te Amsterdam in april 1939.
Toen ze naar Blaricum (1965) verhuisde was haar werk onder meer
in 1967 te zien in Hamdorff te Laren (zij was toen 76 jaar).
Schildersverenigingen en bestuurswerk
In Amsterdam was Rie lid van "Arti et Amicitiae en "St Lucas".
In Gorssel sloot zij zich aan bij de Gorsselse schildersvereniging
en toen zij in Blaricum ging wonen werd zij lid van de schildersvereniging
Laren/Blaricum (later Gooise). Zij bleek niet alleen over creatieve
talenten te beschikken, maar was ook sterk in bestuurs- en organisatiewerk.
Zo was zij lid van het bestuur van St Lucas (1939) en het weduwen
en Wezenfonds van deze Vereniging. Dan was zij ook nog actief in
de padvinderij waar zij voorzitster was van de afdeling Amsterdam.
Zomerhuis om buiten te kunnen schilderen
Vanwege haar succes op de tentoonstelling "De vrouw 1813-1913" vroeg
de heer Joles haar het modehuis Joles & Co. Herengracht 446 in
te richten. Ze besloot nog eenmaal zo'n grote opdracht aan te nemen.
In 1918 kocht Rie een zomerhuisje in Gorssel van het geld dat zij
verdiend had met de inrichting van modehuis Joles. Dit primitieve
huisje werd geschikt gemaakt om 's zomers buiten te kunnen schilderen.
Het was ook ideaal voor vakanties met de kinderen en om gasten te
ontvangen. In die tijd was er nog een NS-station in Gorssel waardoor
het reizen met alle bagage een relatief eenvoudige zaak was. Vanaf
dit moment schilderde zij elke zomer in Gorssel.
Crisis- en oorlogstijd
In de crisistijd en de oorlog waren er weinig schildermaterialen
daarom gebruikte ze soms board of schilderskarton. In die periode
had zij een atelier in een oud gebouw van de sociale dienst aan het
Frederik Hendrikplantsoen. Op deze zolder huurde Frans Everbag, etser,
ook een atelierruimte. Zij trokken veel samen op. Zo hielp Frans
met veel praktische dingen o.a. het bezorgen van schilderijen. Zij
schilderden samen en deelden het weinige voedsel. De oorlogstijd
was voor haar een dubbel moeilijke periode.Haar man leefde niet meer
en haar kinderen waren in Indonesië.
Naoorlogse periode buitenlandse reizen.
In 1950 en 1951 woonde en werkte zij een aantal maanden eerst in
Japan later in Hongkong. Rie leerde mevrouw Reineke kennen toen zij
in opdracht een portret van haar schilderde. Met haar maakte zij
samen vele reizen o.a. naar Rusland, Hongarije, Jordanië en
Marokko. Alles wat zij daar zag was ook weer een onuitputtelijke
bron van inspiratie voor portretten, stadsgezichten, paarden, dansgroepen
en natuurlijk ook weer prachtige bloesems en bloemen. |